Fast Fashion

Fast fashion: de echte prijs van wegwerpmode
Vrienden, het is tijd voor een verhaal. Neem een glas wijn of een kop dampende thee, switch je smartphone uit, zet je bril op je neus en leun gezellig achterover. Dit wordt er eentje om te onthouden.
Iedereen houdt van een goed verhaal, toch? En welke verhalen spreken meer tot de verbeelding dan de avonturen van helden en heldinnen. Al die belevenissen en uitdagingen, het ontdekken van eeuwenoude kennis … pure magie. Maar wat gebeurt er als onze held(in) plots een fout maakt? Is hij of zij dan de slechterik, of is er nog kans op redding?
Nature versus nurture
De mode-industrie heeft een lange weg afgelegd sinds de glorievolle begindagen, toen een stukje biologisch geteeld, ethisch vervaardigd en duurzaam katoen ter hoogte van je bekken volstond om je op je dagtaak te storten.
Mode is geëvolueerd van een noodzakelijk goed naar een ware kunst die de mens vergezelt bij al zijn avonturen, doorheen de geschiedenis en in alle uithoeken van de wereld. Denk je aan Japan? Dan is een prachtige zijden kimono vast een van de eerste beelden die je voor je ziet. Denk je aan de maanlanding? Dan visualiseer je meteen dat legendarische ruimtepak met die gigantische helm.
Met de kleding die we dragen vertellen we wie we zijn. De kleren maken dus écht wel de man.
Jammer genoeg heeft die ‘man’ de voorbije 40 jaar weinig goeds uitgevoerd in de kleerkast.
De kater na de flater
Sinds begin de jaren 80 – met een piek in de vroege jaren 2000 – verovert fast fashion de harten en portemonnees van miljoenen mensen wereldwijd. De term duikt voor het eerst op bij Zara in 1990. De winkel stelt dat een kledingstuk op amper 15 dagen tijd van de ontwerptafel naar in je favoriete shop belandt. Indrukwekkend? Niet echt. Want met goedkope, snelle mode krijg je helemaal waar voor je geld: je kledingstuk ligt even snel weer in de vuilnisbak.
Vergelijk het met goedkope wijn. Die smaakt misschien prima bij vrienden op vrijdagavond, maar de volgende ochtend betaal je de prijs. Zo is het ook met snelle mode. Het leek een goed idee: trendy en goedkope kleding voor elk budget, een dosis snelle dopamines voor iedereen, meer keuzevrijheid voor elke stijl en op maat van elk lijf … en dan hebben we het nog niet over de extra werkgelegenheid voor mensen in ontwikkelingslanden, een boost voor de economie ... What’s not to like?
Alleen, we zitten ondertussen midden in the morning after. En het plaatje is een pak minder fraai. Laat mij verduidelijken, en zet je schrap, want ik heb tien statements die je hoofd doen duizelen. Had je ondertussen dat glas kwaliteitswijn al klaargezet?
Punt 1 - Downcycling richting vuilnisbelt
Eerst en vooral worden er gigantische hoeveelheden kleding weggegooid. En als ik zeg gigantisch, dan bedoel ik echt GI-GAN-TISCH. Volgens dit artikel keilden we in 2017 met z’n allen 92 miljoen ton textiel de vuilbak in, en dat zal tegen 2030 maar liefst 134 miljoen ton per jaar zijn. Een waanzinnig cijfer.
Elke seconde de inhoud van een vrachtwagen erbij: de klerenberg is enorm.
Punt 2 – Complex en vervuilend recyclageproces
Kleding is extreem moeilijk te recycleren. De meeste kledingstukken bestaan namelijk uit verschillende soorten samengestelde stoffen die je nauwelijks kan scheiden in het recyclageproces. Zo is het een ontzettend intensieve opdracht om elastaan te verwijderen uit katoen, of polyester uit linnen, en meestal komen daar een pak chemicaliën bij kijken.
Zelfs de recyclage van een katoenen T-shirt is al intensief. Eerst moet je er helemaal zeker van zijn dat het 100 % katoen is. Daarna moet je alle polyester etiketjes en draadjes, de ritsen en de knopen verwijderen. En daarna moet alle kleur er nog uit.
Geef toe, plots klinkt een jurk gemaakt van 30 % katoen, 20 % poly, 30 % viscose en 20 % elastaan met een metalen rits, plastic kraaltjes en een voering van acetaat niet zo sexy meer, toch?
Punt drie – Heavy metal
De mode-industrie in het algemeen en de fast fashion industrie in het bijzonder produceren enorme afvalbergen – waar we het eerder al over hadden. Het gaat daarbij niet enkel over kleding en stukken stof.
Er worden helaas ook grote hoeveelheden zware metalen zoals kwik, lood en cadmium in het water gedumpt. In ALLE wateren. Want wat terechtkomt in rivieren in Azië, Afrika en Zuid-Amerika, komt uiteindelijk ook in het water terecht waarin wij zwemmen.
Zin in een horrorfilm? Hier is een tip: check de documentaire Blue river uit 2016. Geloof me, ‘Saw’ lijkt plots wel een aflevering van Bumba.
De documentaire ‘Blue River’ biedt een onverbloemde kijk op hoe de mode-industrie onze waterlopen vernietigt.
Punt 4 – Te land, ter zee … en op je huid
Fast fashion gebruikt massa’s polyester. En dat is heel slecht nieuws, want polyester heeft een drievoudig negatieve impact op ons milieu.
Vooreerst bij de productie, want zoals alle plastic wordt ook polyester gemaakt met fossiele brandstof. Daarnaast geeft polyester microplastics af in het water bij ELKE wasbeurt, minuscule plasticpartikels die niet afbreekbaar zijn en doorheen zuiveringsfilters glippen. En ten derde is polyester vervuilend om te produceren. En dan is er nog het gebrek aan draagcomfort, want polyester is allerminst huidvriendelijk (lees: niet luchtdoorlatend) met alle okselvijvers, zweetgeuren en uitslag vandien.
O ja, en had ik al gezegd dat er nog geen technologie bestaat om polyester te recycleren? We kunnen een kledingstuk van polyester maken uit oude plastic flessen, maar we kunnen voorlopig helemaal niks maken uit oude polyester kledij.
Punt 5 – Fast fashion <3 climate change
De mode-industrie is verantwoordelijk voor 10 % van de menselijke CO2-uitstoot. Dat is meer dan al het internationale luchtverkeer en maritiem transport samen. Food for thought, de volgende keer dat je met een reiskoffer vol Zara-outfits de trein neemt omdat je je ecologische voetafdruk wil verkleinen.
Punt 6 – Waterschaarste
De mode-industrie gebruikt water. Véél water. Met al het water dat jij kan drinken op 3 jaar tijd, maakt die industrie 1 katoenen T-shirt. Een jeansbroek? Daar mag je 10 jaar water voor drinken. Als tweede grootste waterconsument ter wereld draagt die industrie dus stevig bij tot de verwoestijning van regio’s als het Aralmeer.
Punt 7 – Een industrie op maat van shopaholics
De kwaliteit van kleding binnen fast fashion is bewust ondermaats. Logisch, want de industrie wil dat je zo snel mogelijk weer nieuwe items koopt. En koopt, en koopt, en koopt … Het is jou ongetwijfeld ook al overkomen, een blouse die na dat eerste avondje uit meteen gekrompen of gerafeld uit de wasmachine komt. Geen toeval en dubbele winst voor de industrie, want kleding van lamentabele kwaliteit valt niet te herstellen, upcyclen of doneren, dus rest er alleen die gigantische textielberg.
Punt 8 – Verslavend modetempo
De gemiddelde designers en merken lanceren twee collecties per jaar (lente/zomer en herfst/winter). Dat volstaat niet voor fast fashion ketens, die het aantal opdrijven tot wel 24 collecties per jaar. 24! Dat betekent om de twee weken weer nieuwe stuks in de shops, en zet er maar vaart achter als je er eentje op de kop wil tikken. Het betekent ook dat de kledij die je net hebt gekocht, na enkele weken alweer uit de mode is. Dat is nu een ‘microtrend’ in een notendop: het creëren van de drang om te kopen zonder nadenken. En wij vonden onszelf nog zo verstandig …
Punt 9 – Wegwerparbeid voor wegwerpkledij
Waar eindigt dit verhaal? In het staartje zit helaas de ethiek van snelle mode. Of liever, het totale gebrek eraan, want goedkope kleding wordt altijd vervaardigd in landen waar arbeiders amper iets verdienen. Waar geen veiligheidswetgeving bestaat om personeel te beschermen (remember de Rana Plaza ramp, waar 1134 mensen om het leven kwamen in 2013?). In dergelijke productiefabrieken werken mensen 14 tot 17 uur aan een stuk in omstandigheden die Europa definieert als moderne slavernij.
Punt 10 – Kinderarbeid anno 2021
En dit laatste punt doet me bijzonder veel pijn als moeder: omdat snelle mode ongeschoolde werkkrachten inzet bij de productie, moeten miljoenen kinderen gedwongen in onterende omstandigheden werken, soms wel 12 uur per dag. De Sumangali girls in India en de kinderen die katoen moeten plukken in Oezbekistan zijn slechts enkele voorbeelden. Uit pure armoede gaan kinderen niet meer naar school om 12 uur per dag te werken in een hitte van 35 oC, zonder eten. Laat dat beeld even bezinken.
Made by children: volgens het ILO worden wereldwijd zo’n 170 miljoen kinderen ingezet voor kinderarbeid, het leeuwendeel in de textielindustrie.
Zo. Nu weet je in welke shit problemen onze modehelden zijn terechtgekomen. Is er nog kans op een redding? Wat zou jij doen?
De volgende keer dat we elkaar ontmoeten, vertel ik je de rest van het verhaal. Maar vlooi in tussentijd zeker je kleerkast eens uit. Wie weet welke verloren schatten je nog tegenkomt.
Tot binnenkort!
Maria
4 Reacties
R33
Replyr33
D3
Replytest3
Rasp la 3
raspuns
Danny
Replytest 2